Yorkshire Terrier

  • 2.3 - 3.1 kg
  • 20 - 23 cm
  • GB
post.title
De yorkshireterriër, een klein schoothondje met een strikje? Dat mag natuurlijk, maar van nature is de yorkshireterriër een stoere en heldhaftige rattenvanger! Net als andere terriërs is hij in feite een jachthond en heeft hij een vasthoudend, moedig en soms wat hooghartig karakter. Dat neemt niet weg dat hij knuffelen misschien nog wel leuker vindt dan jagen. Mede vanwege het hooghartige karaktertrekje ligt hij graag langs je, op gelijke hoogte met de baas, of liever nog op schoot bovenop de baas… Dat veel mensen dat gezellig vinden, blijkt wel uit het feit dat er wereldwijd maar liefst 92.438 geregistreerde fokkers zijn. De yorkshireterriër bekleedt daarmee de zesde plaats van populaire honden.
Vanwege zijn geringe afmeting is de yorkshireterriër een ideale hond voor kleinbehuisden en kan hij goed mee op reis. Hij is door Fédération Cynologique Internationale (FCI) ingedeeld in de Toy Terrier Group een onderdeel van de Toy Group. Toy is speelgoed in het Engels. Het zijn ook net schattige speelgoedhondjes, maar vergis je niet in een Yorkie (zoals hij liefkozend wordt genoemd), je hebt heel veel hond in een heel kleine verpakking.
Yorkshire Terrier dog chasing a ball outdoors in the grass
Yorkshire is een graafschap in het noorden van Engeland met als hoofdstad York. Niet ver van Schotland gelegen zochten Schotse arbeiders in de 19e eeuw werk in Yorkshire. Veel van hen kwamen terecht in de textielindustrie. De katoen- en wolindustrie had in die tijd ernstig te kampen met ratten en muizen die katoen en wol ideaal vinden om hun nesten van te bouwen. Behalve dat men daar niet blij mee was, brachten de dieren ook luizen en ziekten over. Katten bleken niet afdoende, als ze geen honger meer hadden joegen ze niet meer op het ongedierte.
De oplossing kwam van de Schotten. Bij hun emigratie hadden ze vaak hun honden meegenomen en vele ervan waren kleine terriërsoorten zoals vermoedelijk en onder andere de uitgestorven broke-haired-terriër, de Schotse black-and-tan-terriër, de Clydesdaleterriër en de Paisleyterriër. Om de ideale rattenvanger te creëren kruisten ze deze rassen met elkaar, tot ze een onverschrokken kleine terriër hadden die het eindeloos op durfde te nemen tegen de felle ratten.
Er is helaas weinig geregistreerd uit die tijd omdat veel Schotse textielarbeiders analfabeet waren. We weten alleen dat een reu Old Crab (oude zuurpruim of oude mopperpot in het Engels) en een teefje Kitty ten grondslag aan het ras gelegen hebben. Wat wel geregistreerd werd, waren de hondenshows. Daarvan is in ieder geval bekend dat er richting 1870 een reu genaamd Huddersfield Ben van de Yorkshire fokster Mary Ann Foster, bijna alle hondenshows won. Al snel werd hij het type hond dat iedereen wel zou willen hebben en daarmee was het ras bepaald. De reu staat tot op de dag van vandaag bekend als de vader van het ras.
In 1878 vond men dat er voor dit nieuwe hondenras een categorie op hondenshows moest worden aangemaakt. Men bedacht: ‘Rough and Broken-coated, Broken-haired Scotch and Yorkshire Terriers’. Door velen werd deze naam absurd gevonden en in 1886 gaf men de hond de logische naam yorkshireterriër. Eind 19e eeuw kreeg de hond zijn eigen rasstandaard. De yorkie werd enorm populair en het ras vierde hoogtijdagen tot het interesse begon te verliezen na de eerste wereldoorlog.
Er was nog een wereldoorlog voor nodig om het ras weer in populariteit te doen stijgen en wel door Smoky. Smoky was een yorkshireterriër die door Amerikaanse soldaten in de Tweede Wereldoorlog in 1944 in een vossenhol in Nieuw Guinea gevonden werd. Het teefje werd liefdevol opgenomen door corporal William A. Wynne. Samen met hem heeft ze 150 aanvallen overleefd en er is zelfs voor haar een miniparachute gemaakt. Onverschrokken als ze was, leerde Wynne haar telegraafdraden te trekken door pijpen met een diameter van slechts 20cm. Ze kregen een dermate goede band dat Smoky waarschuwde voor het geluid van inkomend geschut en daarmee Wynne’s leven heeft gered.
Na de oorlog werd Smoky de Amerikaanse sensatie, kwam op tv en reisde met Wynne de hele wereld over om haar opmerkelijke gaven te demonstreren. Ze kon zelfs geblinddoekt koorddansen! Hierna nam wereldwijd de belangstelling voor de yorkie weer toe.
Two month old yorkshire and maltese mixed breed puppy sitting on a sofa
Little Yorkshire Terrier dog runs around playing. Front view of the dog.
De yorkshireterriër is een kleine hond met een maximale hoogte van 25cm voor een reu. Hij mag iets over de 3kg wegen.
Het belangrijkste van de yorkie is uiteraard de vacht die de hond zijn voorkomen geeft. Deze vacht hoort zo lang mogelijk, maar in ieder geval tot op de grond, te zijn zonder dat deze de bewegingen van de hond hindert. De haren zijn zijdezacht, heel dun en zonder slagen of krullen. Midden op de rug hoort een scheiding te zitten naar beide valkanten van de zijkant van de hond.
De kleuren van de yorkshireterriër kunnen in de eerste jaren van zijn leven nog veranderen. Yorkshirekleuren zijn verrassend gevarieerd, we onderscheiden onder andere de meest gebruikelijke kleur zwart en bruin, maar ook: ‘blauw’ en bruin, zwart en goud, ‘blauw’ en goud, zilverblauw en crème, en zwart en crème, maar altijd moet de kop en nek lichter van kleur zijn dan de rug, evenals de borst en poten. De staart moet het donkerst zijn van het lichaam. Zwarte haren mogen niet voorkomen op de licht gekleurde lichaamsdelen.
Driekleuren horen niet voor te komen volgens de rasstandaard. Wordt zo’n hondje tóch geboren bij een erkende fokker met een echte yorkshireterriërstamboom, dan zijn ze zeer exclusief en waardevol ondanks dat er daarna niet mee gefokt mag worden. Sommige yorkies worden geboren met maar één kleur bruin en dat wordt ook beschouwd als een afwijking en ook daar mag niet mee gefokt worden.
Voor 2006 werden in België de staarten en oren van yorkshireterriërs nog gecoupeerd. De korte staart werd boven de rug gedragen en de lange zijden haren lagen over de rug naar beneden als een waterval. Tegenwoordig is in de meeste landen couperen niet meer toegestaan, de gehele staart dient rechtop gedragen te worden iets boven de rug en de lange staartharen liggen op de rug.
Puppy yorkshire terrier in the grass
Newborn Yorkshire Terrier puppy dressed for Christmas with a large rawhide bone.PLEASE CLICK ON THE IMAGE BELOW TO SEE MY DOGGY LIGHTBOX PORTFOLIO:
Yorkshireterriërs verharen niet. Ze hebben geen ondervacht en alleen de lange dekharen die voortdurend blijven groeien. Alleen als je ze borstelt of wast kunnen ze haren verliezen. Vanwege deze eigenschap worden de honden hypoallergeen genoemd en zouden ze geschikt zijn voor mensen met een allergie voor honden. Echter de allergische reactie wordt ook door speeksel en huidschilfers van de hond veroorzaakt, dus geen enkele hond kan 100% hypoallergeen zijn, hoewel het uiteraard wel helpt als ze niet verharen.
Voor een mooie vacht moet de yorkshireterriërvacht dagelijks worden verzorgd. De lange haren die voor de ogen van de hond hangen worden vaak omhoog gehouden door een strikje of clipje. Erg mooi is het om deze pluk haar met bandjes ingevlochten te houden, het wordt hierdoor nog langer.
Voor echte showgangers zijn er legio tips en trucjes om de vacht mooi te houden. Van wikkelen van de vacht in rijstpapier tot sokjes voor de voeten. Wil je het makkelijker houden dan was je de hond eens per week en masseer je de haren erna in met kokosnootolie.
Yorkshire puppy on a wooden block
Old woman holding yorkshire terrier in her hand
Yorkshireterriërs zijn zoals mag blijken uit voorgaande bijzonder intelligente, nieuwsgierige, leergierige en moedige honden. Ze hebben veel zelfvertrouwen, zijn zelfs een beetje brutaal (wat terriër-eigen is) en zijn heel zelfstandig maar toch erg aanhankelijk. Vanuit hun oorsprong als rattenjagers zijn ze vliegensvlug, hebben veel uithoudingsvermogen en kunnen redelijk agressief zijn. Toch zijn ze bij grotere honden vaak niet op hun gemak en zoeken bescherming bij hun baas. Aan de andere kant beschermen ze hun baas met hun leven, soms zijn ze zelfs overbeschermend en waaks.
Het zijn honden met een zeer grote eigenwaarde, die zelfs dominant genoemd kan worden, want ze hebben eigenlijk helemaal niet het karakter van een onderdanig schoothondje. Het op schoot liggen van een yorkie is dan ook een vorm van dominantie die meestal verkeerd wordt uitgelegd als aanhaligheid. Aangezien hun kleine postuur voor ons mensen geen probleem vormt bij correcties, wordt vaak niet erkend dat yorkshireterriërs dominante hondjes zijn en krijgen ze daarom niet de opvoeding die noodzakelijk zou moeten zijn. Het zijn daarom in regel geen honden voor een gezin met kinderen onder de 8 jaar, ze voelen zich meer thuis bij één baas die hen veel aandacht geeft.

© 2020 Honden.be Alle rechten voorbehouden.