De Tibetaanse spaniël is langer dan hij lang is. Het heeft een kleine kop en een korte snuit met oren met lange plukjes haar. De ogen van dit pittige ras zijn apart, wat voor een vreemde look kan zorgen, maar voor sommigen is dit een vertederende functie. De staart is lang en gevederd. Zijn poten bevatten haren die tussen de tenen groeien. Versierd met een dubbele vacht met een zijdeachtige textuur van dunne dichtheid, wordt het niet als waterafstotend beschouwd, maar het kan mooi zijn, in een combinatie van zwart, zwart en bruin, crème, goud, rood, sabel, zilver-sabel en wit met partikleurige of witte aftekeningen. Het hoofd van de Tibetaanse spaniël is klein in verhouding tot zijn lichaam. Zijn ogen zijn donkerbruin van kleur en ovaal van vorm, wat deze hond uitdrukkingen geeft die indrukwekkend zijn. Deze aanhankelijke hond heeft oren die middelgroot en hangend zijn, met een schedel die licht gewelfd is en van gemiddelde lengte en breedte. De tanden zijn gelijkmatig geplaatst. Deze spaniël is gebouwd met een matig korte nek, sterk en goed geplaatst. De schouders zijn goed geplaatst en stevig; de achterhand is sterk en goed ontwikkeld. Deze kenmerken zorgen voor een behendige gang die snel beweegt en positief is.