De Taiwanese hond is een zeldzaam ras dat moeilijk te vinden is buiten zijn geboorteland. Hij is een veelzijdige hond die voor veel dingen wordt gebruikt, waaronder jagen, bewaken, zoeken en redden, stuntwerk of gewoon als gezinsgenoot. Hij is een middelgrote hond die zich kan aanpassen aan ruw terrein en de meeste woonsituaties. De Taiwanese hond is een zeer trainbare hond en doet het goed in veel hondensporten. Hij houdt ook van spelletjes spelen en trucs uitvoeren die hem een soort beloning opleveren. Hij werkt het beste wanneer een beloningssysteem wordt ingevoerd; hij zal koppig worden en niet meer reageren als hij ruw wordt behandeld.

De Taiwanese hond komt oorspronkelijk uit Taiwan en wordt verondersteld af te stammen van oude Zuid-Aziatische jachthonden van onbekende oorsprong. Deze oude jachthonden woonden bij lokale stammen in de centrale bergen van Taiwan, maar werden nooit als volledig tam beschouwd. Hij was een metgezel van deze mensen en hielp jagers bij het vinden van wild. Hij werd door het inheemse Taiwanese volk gehouden voor jachtdoeleinden en om de stam te beschermen tegen roofdieren. Gedurende deze tijd werd aangenomen dat dit het enige type hond in Taiwan was tot 1624 toen Nederlandse kolonisten in Taiwan aankwamen. Gedurende deze tijd brachten de Nederlanders andere hondenrassen mee. De zuiverheid van het ras werd sterk bedreigd door de invoer van andere hondenrassen. De Taiwanese hond zag ook een enorme daling in aantal in de tijd dat Japan en China over Taiwan heersten. De Taiwanese hond stierf bijna uitgestorven nadat de Chinezen hun cultuur, waaronder honden eten, introduceerden in Taiwan. Dr. Sung Yung-yi bracht in de jaren 70 een groep Taiwanese hondenliefhebbers bij elkaar en begon ijverig het ras nieuw leven in te blazen. Ze konden ongeveer 160 Taiwanese honden lokaliseren in het centrale berggebied. Van deze honden werd aangenomen dat er slechts ongeveer 46 raszuiver waren. Met deze 46 honden is een fokprogramma gestart. De zoon van Dr. Sung Yung-yi, Ming Nan Chen, nam het fokprogramma over en het bestaat nog steeds. Er is zeer weinig gedocumenteerde geschiedenis over de Taiwanese hond, dus in 1980 werd een samenwerkingsonderzoek uitgevoerd door onderzoekers van de National Taiwan University, Nagoya University en Japan Gifu University. Onderzoekers gingen naar negenentwintig verschillende stammen in de centrale bergen en interviewden historici. Er werd bevestigd dat de Taiwanese hond inderdaad rechtstreeks afstamt van deze halfbrede Zuid-Aziatische jachthonden. Deze jachthonden zouden tussen 20.000 en 10.000 jaar geleden naar Taiwan zijn gekomen. Dit maakt de Taiwanese hond een van de oudste nog bestaande hondenrassen.

De Taiwanese hond is een unieke, middelgrote hond met een driehoekige kop en opstaande dunne oren. Zijn oren bevinden zich aan de zijkanten van zijn schedel in een hoek van ongeveer 45 graden, de binnenomtrek van het oor is recht maar de buitenkant van het oor is iets afgerond. Hij is goed uitgebalanceerd en goed gespierd, maar lijkt niet krachtig te zijn. Hij heeft brede neusgaten terwijl zijn neus matig groot is en meestal zwart van kleur, hoewel lichtere kleuren acceptabel zijn bij lichtere honden. De Taiwanese hond heeft amandelvormige ogen die donkerbruin van kleur zijn en hem een licht vragende blik geven. Lichtere ogen zijn niet wenselijk. Zijn vacht is een enkele vacht die hard aanvoelt en kort is. Het moet strak om het lichaam passen en tussen de 1½ en 3 centimeter lang zijn. De Taiwanese hond is verkrijgbaar in verschillende kleuren, waaronder zwart, fawn, gestroomd, wit, wit en fawn, wit en zwart en wit en gestroomd.

De Taiwanese hond is een relatief gemakkelijk te onderhouden ras. Hij heeft een korte vacht die licht werpt. Om zijn vacht en huid gezond te houden, borstelt u hem met een zachte, natuurlijke borstel of een zachte, gladde borstel. Om hem glanzend en schoon te houden, wrijft u hem eenmaal per week in met een vochtige, zachte doek. Hij heeft geen sterke hondengeur en heeft geen frequente baden nodig, gebruik een milde shampoo voor ruwe jassen wanneer hij in bad gaat. Zijn teennagels moeten elke twee tot drie weken worden gecontroleerd en indien nodig worden bijgesneden. Hij kan een beetje gevoelig zijn als zijn nagels worden geknipt. Maak zijn oren elke week schoon om ervoor te zorgen dat vuil wordt verwijderd en er geen infecties kunnen optreden. De Taiwanese hond is geen hond die veel kwijlt. Hoewel hij een enkele vacht heeft, is hij geen hypoallergene hond, hoewel mensen met milde allergieën mogelijk zonder ernstige reacties bij de Taiwanese hond kunnen zijn.

De Taiwanese hond is een onverschrokken en loyale metgezel. Hij houdt van zijn familie en zal hen beschermen tegen vreemden. Hij zal niet bereidwillig naar vreemden gaan om hen te begroeten, maar zal achterover leunen en toekijken. De Taiwanese hond houdt van kinderen en zal urenlang spelletjes met ze spelen of gewoon over ze waken terwijl ze spelen. Hij kan koppig zijn en heeft training nodig om zijn rol binnen het gezin te begrijpen. Hij reageert niet goed op harde behandeling of bevelen en zal niet werken voor een trainer die hem geen positieve bekrachtiging geeft. De Taiwanese hond traint het beste met behulp van het beloningssysteem. Zijn toewijding aan zijn huis en gezin maakt hem een geweldige metgezel voor bijna elk type omgeving, zolang hij de kans krijgt om elke dag te rennen en te spelen. Hij komt oorspronkelijk uit Taiwan en vindt koud weer een beetje moeilijk te nemen en mag niet buiten blijven als het koud is.