Hoewel de Schillerstövare er misschien uitziet als sommige andere honden uit de regio, heeft hij een relatief goed gedocumenteerde geschiedenis die samengaat met zijn talrijke onderscheidingen. Veel rassen kwamen uit West-Europa, waaronder Duitsland en Frankrijk, maar slechts een paar Zweedse rassen werden op dezelfde manier gehouden. Dit ras, ook wel 'de jachthond voor het bevroren land' genoemd, is uitzonderlijk sterk en in staat om niet alleen het bergachtige terrein van zijn thuisland te doorkruisen, maar ook om de harde en bittere kou van Scandinavische winters te weerstaan. Het is ontwikkeld door een Zweedse boer genaamd Per Schiller, wiens doel het niet was om een nieuw ras volledig te creëren, maar eerder om gevestigde rassen uit te breiden om een hond te produceren met zijn gewenste eigenschappen. Deze geurhonden waren de afstammelingen van talrijke Zweedse, Duitse en Zwitserse honden en Engelse kiekendieven, een combinatie die een robuuste hond met een uitstekende neus en een gelijkmatig temperament opleverde. Ze staan bekend als zowel grote jagers als geweldige metgezellen, zowel efficiënt in het veld als aanhankelijk en loyaal in huis. In tegenstelling tot veel andere geurhonden uit nabijgelegen regio's, waren ze niet werkzaam als roedeljagers, maar werden ze solo gerund, wat mogelijk een invloed heeft gehad op hun gebrek aan gezelligheid met andere honden. Ze zijn echter goed met mensen, inclusief kinderen, ook al betekent dat dat ze afstandelijker dan vriendelijk zijn, redelijk gemakkelijk te trainen zijn en over het algemeen weinig onderhoud vergen buiten het voldoen aan hun hoge energieniveau.