De energieke Hongaarse Vizsla kan niet alleen vrijwel alles, maar doet het ook met behoorlijk wat stijl en gratie. Hij is niet alleen een zeer getalenteerde jachthond die tegelijkertijd een grote liefde heeft voor zijn familie en opvoeders, maar blinkt bovendien ook uit in zoek- en reddingswerk en behendigheid.

De Vizsla vindt zijn oorsprong in Hongarije waar zijn voorouders al in de middeleeuwen bij velen favoriet was. Met name het feit dat hij de prooi kan aanwijzen en ophalen maakte hem tot een ideale jachthond waar menig persoon tegenwoordig nog steeds gebruik van maakt.

Toch scheelde het niet veel of wij hadden de Vizsla in ons huidige beeld kunnen schrappen. In de tweede wereldoorlog raakte het ras, dat inmiddels zich voornamelijk op de Hongaarse laagvlakte had gevestigd, bijna uitgestorven. Gelukkig werden er in de jaren 40 een aantal Vizsla’s naar Oostenrijk geëxporteerd, waardoor het ras in stand werd gehouden en wij tot op de dag van vandaag kunnen genieten van deze prachtbeesten.

De Vizsla is een slanke, getrainde hond welke herkend kan worden aan zijn lange oren, “gebeeldhouwde” gezichtsvormen, koperkleurige ogen en eveneens koperachtige vacht. De reutjes hebben een schofthoogte van 58 tot 64 centimeter en hebben een gewicht van ongeveer 25 á 30 kilogram. De teefjes zijn met een schofthoogte van 54 tot 60 centimeter iets kleiner en wegen respectievelijk tussen de 20 en 25 kilogram. Hierdoor is het ras met name in trek bij mensen en gezinnen die op zoek zijn naar een grote hond, maar toch niet van té groot houden. Ook met kinderen gaat de Vizsla ideaal samen. Alleen in combinatie met katten kunnen deze honden vanwege hun jachtinstinct onbetrouwbaar zijn.

De Vizsla is een sportief ras dat behoefte nodig heeft aan veel beweging en inspanning. Iedere dag rennen, wandelen en veel spelen zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de hond zich niet verveelt en destructief gedrag gaat vertonen. Naast lichamelijke activiteiten speelt het gezin en/of de eigenaar een grote rol in het leven van de Vizsla. Zijn grootste angst is dan ook direct om gescheiden te worden van zijn gezin. Een leven in de tuin of in een kennel zonder menselijk contact is dan ook absoluut ongeschikt.

De verzorging van de Vizsla is eenvoudig. Borstel de korte, gladde vacht éénmaal per week met een rubberen of stevige borstel zodat de huidoliën goed verspreid worden en de vacht zijn glans behoud. Wassen is slechts zelden nodig. Vier a vijf keer per jaar volstaat volledig, al kan het geen kwaad om de hond een keertje extra te wassen wanneer hij sterk vervuild is.

De overige basisverzorging bestaat net als bij andere rassen uit het schoon- en drooghouden van de oren en het trimmen van de nagels indien nodig.

Ook bij de Vizsla komen, net als bij vrijwel ieder hondenras, helaas ziektes en aandoeningen voor. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

– Heupdysplasie

Heupdysplasie is een aandoening aan de gewrichten die bij veel hondenrassen voorkomt. Letterlijk vertaald betekent dysplasie “abnormaal gevormd”. Bij heupdysplasie gaat het dus om een afwijkende vorm van het heupgewricht. Hierdoor passen de heupkom en de heupkop niet goed in elkaar waardoor de hond pijn en een instabiele houding heeft bij het lopen. Een bijkomend effect hiervan is dat het kraakbeen sneller kan beginnen slijten en de hond een verhoogd risico op artrose heeft.

– Sebaceous adenitis

Sebaceous adenitis oftewel talg adenitis is een huidaandoening die er toe leidt dat de talgklieren in de huid van de hond ontstoken raken en zodoende hun functie verliezen. Talgklieren produceren normaal gezien talg waarmee ze voorkomen dat de huid uitdroogt. De eerste symptomen van Sebaceous adenitis zijn dan ook onder meer een droge schilferige huid die gepaard gaat een steeds doffer en dunner wordende vacht. Naar mate de aandoening vordert wordt de huid dikker en treden er donkere vlekken op, samen met kale plekken. Sabaceous adenitis komt vooral voor bij jonge honden tussen hun eerste en vijfde levensjaar.

– De ziekte van Von Willebrand

Een aandoening die zowel bij mensen als bij dieren voorkomt en waarbij er een tekort is aan het stollingseiwit Von Willebrand Factor (vWF). Hierdoor stolt het bloed moeilijker en blijven bloedingen naar aanleiding van verwondingen of operaties langer aanhouden. Hoewel de hond er in het dagelijks leven geen last van zal ondervinden, dient men bij letsel of chirurgische ingrepen dus extra aandacht te worden besteed.
De ziekte van Von Willebrand onderscheidt zich in drie typen: type 1 waarbij er sprake is van slechts een verlaagd vWF stollingsfactor niveau, type 2 waarbij er een verminderde werkzaamheid is van vWF. En het meest ernstige type 3 waarbij er helemaal geen vWF in het bloed voorkomt.

Hoewel veel ziektes niet 100% kunnen worden voorkomen, kun je als toekomstig hondeneigenaar wel al een groot deel uitsluiten door een hond aan te schaffen van een erkend fokker. Deze fokkers zijn in bezit van de juiste papieren en documenten en hebben gerenommeerde kennis van zaken waarmee ze garant staan voor een goede gezondheid van hun puppy’s en fokhonden. Mochten er onverhoopt toch ziektes of erfelijke aandoeningen in hun lijnen zijn geslopen, dan zullen ze daar open en eerlijk over zijn en deze op papier kunnen aantonen.
Kom je onverhoopt toch bij een fokker die op geen enkele manier officieel kan aantonen hoe het er met de gezondheid van zijn dieren bij staat, dan geldt er slechts één advies: lopen.

Ben je op zoek naar een sportieve, waakzame familiehond waarmee je veel tijd kunt doorbrengen, dan is de Vizsla wellicht jouw ideale hond.

Zijn toewijding, aanhankelijke aard en enorme enthousiasme en vriendelijkheid maken de Vizsla zeer geliefd bij zijn mensen. Het is een levendig ras met een zacht karakter, dat tegenstelling tot de meeste andere sportieve honden bovendien onverschrokken en beschermend is. Hierdoor is de Vizsla dan ook niet alleen een ideale sport- en familiehond, maar doet hij ook dienst als uitstekende waakhond.

Vizsla puppy’s zijn erg onstuimig en soms zelfs behoorlijk lomp. Hoewel Vizsla’s zeer goed met kinderen over weg kunnen, bestaat er een reële kans dat puppy’s hen beschouwen als andere puppy’s waardoor ze met name kleine kinderen kunnen bijten, hun speelgoed afpakken en ze kunnen neerslaan met hun poten. Goed toezicht is dan ook van groot belang.

De Vizsla is erg leergierig en zal dan ook door middel van positieve beloningen zoals loven, genegenheid en eetbare beloningen snel leren. Bovendien is het een snelle leerling. Al vanaf zeven weken is de puppy al in staat om veel informatie op te nemen en deze om te zetten naar wenselijk gedrag. Begin daarom dan ook al direct met het trainen van je puppy vanaf het eerste moment dat je hem thuisbrengt en begin zo vroeg mogelijk met socialiseren.