De Mechelse herder, die moet toch afkomstig zijn van Mechelen? Eigenlijk kwam hij oorspronkelijk vooral iets noordelijker voor, maar toch is er een Mechels tintje aan het verhaal. Op het einde van de negentiende eeuw vonden we zijn voorouder (de Kortharige Schaapshond) voornamelijk terug in de buurt van de Nederlandse grens. Hij werd daar vooral door lokale landbouwers gebruikt als herdershond ter bewaking van de schapen en het vee. Wat dan de link is met Mechelen? Steeds vaker werd de kortharige schaapshond ook in de regio van Mechelen gefokt en in 1898 werd de Mechelse Club ter verbetering van de kortharige schaapshond opgericht. Die Mechelse club wou de karakteristieke eigenschappen van de kortharige schaapshond garanderen en kwam meermaals in aanvaring met de nationale Club du Chien de berger. Die laatste wilde immers de honden onderverdelen op basis van de kleuren en uiterlijke kenmerken, terwijl voor de Mechelse club de karaktertrekken van de herdershond dan weer primeerden. De kleur van de hond? Voor hen een bijzaak, want de kortharige schaapshond was eerder een werk- dan een luxedier. Het uiteindelijke resultaat is de middenweg tussen beide visies. Enerzijds werd er voornamelijk gefokt met het oog op het behoud en de verbetering van de karaktertrekken, anderzijds werd er rekening gehouden met uiterlijke kenmerken zoals de Club du Chien de berger ze oplegde.