De Hongaarse windhond is een elegante jachthond met lange, gespierde benen en een stevig lichaam. Ze hebben een dikke huid die dicht bij hun lichaam past. Hun vacht is dicht, kort en glad. Ze hebben wel een ondervacht die groeit in de koudere maanden en dan afwerpt als het weer warm wordt. De Hongaarse windhond heeft een grote neus met goed geopende neusgaten. De neus moet zwart van kleur zijn en volledig gepigmenteerd. Hun ogen zijn middelgroot, licht rond en donkerbruin. Ze moeten een intelligente en scherpe uitdrukking hebben. De oren van de Hongaarse windhond zijn groot en worden terug gedragen als ze niet alert zijn. Hun oren mogen nooit volledig omvouwen, naar beneden hangen of rechtop staan. De Hongaarse windhond is te vinden in verschillende kleuren. De United Kennel Club-standaard stelt dat er kleuren zijn die niet acceptabel zijn, waaronder bruin, wolfsgrijs, zwart en bruin, blauw, blauw en wit of driekleur.