In het vroeg 18e eeuwse Engeland was de terriër geëvolueerd tot diverse variëteiten en de foxterriër werd gebruikt als bovenstaand om vossen uit hun holen te verdrijven. Het was een gedrongen hondje met korte pootjes. Maar geleidelijk werd het tempo van de jachten sneller en konden de korte pootjes het niet meer bijhouden. Men selecteerde in de fok foxterriërs met langere poten die de jachten wel konden bijhouden om er aan het eind van de 18e eeuw achter te komen dat de foxterriërs hun naam geen eer meer konden aandoen, omdat ze de vossen niet meer uit hun holen konden verdrijven omdat ze te groot geworden waren. Hierin kwam een omslag toen in 1819, Trump van de melkboer, een witte draadharige terriërteef, gekocht werd door John Russell.