Hoewel de Irish Terrier wordt beschouwd als de oudste van alle Terrier-rassen, is hun afkomst niet goed gedocumenteerd. De vroegste opnamen van dit levendige ras zijn afkomstig van 17e-eeuwse schilderijen. Ze zijn vermoedelijk afkomstig uit Ierland, maar kunnen afstammen van de Black and Tan Terrier of zelfs de Ierse Wolfshond. Sommigen hebben zelfs gespeculeerd dat ze een castoff zijn van de laagland-Schotse Terriër. Vroege honden droegen grijze en gestroomde of zwartbruine jassen. De rode vacht waar het ras vandaag om bekend staat, werd pas gebruikelijk in de 19e eeuw. De kleurverandering kan hun bijnaam "Daredevil" hebben uitgeleend, maar waarschijnlijker is dit te danken aan hun moedige en moedige karakter. Deze terriër werd in Ierland gebruikt voor werk op de boerderij, om op ongedierte te jagen en als waakhond. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dit avontuurlijke ras ingezet als boodschappers en wachters. De Ierse Terriër werd populair in het Engeland van eind 1800, waar het de stijl werd om hun oren bij te snijden. In 1875 registreert Schotland de eerste show van deze Terriër als een erkend ras. De American Kennel Club erkende de Irish Terrier in 1885 officieel. Vier jaar later, in 1889, verbood de Terrier Club of England het bijsnijden van de oren van het ras, wat uiteindelijk leidde tot een verbod voor alle showrassen in het land. De populariteit van deze pittige kleine hond bleef stijgen en eind jaren twintig stonden ze op de 13e plaats van het meest populaire ras in de Verenigde Staten.