De Harrier moet een korte, dichte vacht hebben die hard aanvoelt. Hun vacht moet er ook glanzend uitzien, nooit saai. De harde vachtstructuur is nodig om zich over alle soorten terrein te bewegen, hazen of vossen te volgen, zonder gehinderd te worden door een lange of zijdeachtige vacht. De ruwe textuur voorkomt dat hij door kreupelhout wordt gesneden. Dit type jas is ook geschikt voor de meeste weersomstandigheden; de Harrier is echter niet erg geschikt voor te koude klimaten en er mag ook niet op gejaagd worden als de temperatuur te hoog is. De kiekendief heeft een fijnere vachtstructuur op zijn oren en er moet een haarborstel zijn aan de onderkant van de staart. De staart mag niet bossig zijn, maar moet een lichte verdikking of borstelhaar aan de onderkant hebben. De meest voorkomende kleuren zijn zwart, wit en bruin, citroen en wit en rood en wit. Alle kleuren zijn acceptabel en worden niet als belangrijk beschouwd in de exterieurring. Zwart, wit en bruin is de meest gefotografeerde kiekendief, dus dit is de kleur waar de meeste mensen aan denken als ze een kiekendief voorstellen.