Het DNA verwijst naar de Saint Johns Dog, de Setters, Pointers en variëteiten van de Spaniel families. Deze mix stond garant voor hun lust om te apporteren, hun onfeilbare neus en hun liefde voor water. De naam Flatcoated Retriever werd pas gebruikt rond het jaar 1900 toen het ras op punt stond. Voordien bestonden wel de Wavy Coated en de Curly Coated Retrievers die meestal de roedel van jachtopzichters en edelen bevolkten. Een aantal jaren voor 1900, in 1890 om precies te zijn, werd het ras nog gekruist met de Collie en kreeg de uiteindelijke Flatcoated Retriever een zachtere en gladdere vacht.