De Schotse Deerhound is lang en slank. Hij ziet eruit als een grotere versie van een windhond, zij het met een ruwere vacht. Zijn hoofd is plat en breed. Hij heeft een zwarte neus die naar een punt toeloopt; bij blauw-reekleurige Deerhounds kan de neus blauw zijn. De beet is een niveau één. De ogen zijn bruin of hazelnootkleurig en zijn oren zijn hoog en naar achteren gevouwen als een windhond. De Deerhound heeft een diepe borst, lange, rechte benen en een zeer lange staart die bijna de grond raakt. De grove vacht is drie tot vier centimeter lang; het lichaamshaar, samen met haar in de nek, baard, snorren en manen, is lang en taaier dan op andere delen van het lichaam. De Schotse Deerhound kan verschillende kleuren hebben, waaronder: blauwgrijs, grijs, gestroomd en zwart, geel en zandrood of rood reekalf. Af en toe heeft een Schotse Deerhound wat wit op zijn borst. De Schotse Deerhound is sterk en snel, een kwaliteit die de Deerhound zo succesvol maakte op het jachtgebied.