De Bracco Italiano moet er sterk en goed gespierd uitzien. Zijn huid moet stevig maar ook elastisch zijn, waarbij de huid dunner is op het hoofd, de keel, oksels, liezen en buik. Zijn vacht is kort en dicht. Het haar is korter en fijner op zijn hoofd, oren en voorkant van zijn benen. Zijn vacht moet glanzend zijn en mag nooit plat of glansloos lijken. Hij is te vinden in vier verschillende kleuren: wit, oranje en wit, kastanje en wit en amber en wit. De kastanjekleur is bij voorkeur een warme tint en doet denken aan het gewaad van een monnik. Hij kan spikkels hebben op zijn wit, melato of roano-marrone genaamd. Als hij roano-marrone heeft, moet er een metaalachtige glans op zijn jas aanwezig zijn. Zijn slijmvliezen moeten qua kleur op zijn vacht lijken, maar mogen nooit zwart zijn. De slijmvliezen op zijn mond moeten roze zijn. De Bracco Italiano heeft meestal een gezichtsmasker dat wit is, een symmetrisch masker heeft de voorkeur.