Voor het zwemmen is het verstandig als de hond niet kort geleden gegeten heeft, om een maagtorsie te voorkomen. Voorkom altijd dat je hond in de problemen komt en duw hem bijvoorbeeld nooit diep water in. Zwemmen moet een plezierige, vrijwillige bezigheid zijn. Heeft je hond geen ervaring met water, kies dan voor rustig, ondiep water om te oefenen. Apporteer-speelgoed kan gebruikt worden om een hond in ondiep water te lokken. Honden die nog nooit in natuurwater hebben gelopen, zullen stap voor stap, de bodem aftasten. Als ze doorhebben dat er gewoon bodem onder het water zit, krijgen ze al snel meer zelfvertrouwen. Voor je het weet rent de hond vrolijk heen en weer en laat het water opspatten. Als je hond kan zwemmen zal hij zich ook in wat minder ondiep water begeven om een paar slagen te maken. Je hond moet getraind zijn om naar je te luisteren. Put de hond niet uit door speelgoed te ver weg te gooien. Vraag je steeds af of de situatie veilig is en of je hond nog genoeg energie heeft. Zwemmen hoeft niet gevaarlijk te zijn en is dat ook vaak niet, maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Elk jaar verdrinken er nog steeds honden, vaak door onoplettendheid of gebrek aan kennis over de zwemkunsten van een hond. Ga er dus niet vanuit dat elke hond kan zwemmen en wees op boten en bij diep water extra waakzaam. Een zwemvest is in veel situaties een noodzaak.