Agility

Agility is een hondensport waarbij werken en trainen optimaal wordt gecombineerd. Een eigenaar en een hond leren elkaar beter kennen door voortdurend samen te werken. Bij agility begeleidt de eigenaar zijn of haar hond over een hindernissenparcours. Een hond leert luisteren en werken tegelijk. Bovendien is het ook gewoon heel leuk om te doen.

Met een behendigheidstraining ontwikkelt een hond verschillende vaardigheden. Wanneer een hond zelfstandig opdrachten moet uitvoeren, dan ontwikkelt hij z’n geheugen. Een hond traint zijn of haar spieren en leert ze goed te gebruiken. Daarnaast wordt een hond veel zelfbewuster. Bovendien versterkt een behendigheidstraining de relatie tussen een hond en een eigenaar. Bij een training is namelijk een nauwe samenwerking tussen een hond en een eigenaar vereist. Deze samenwerking kan niet tot stand komen zonder een goede en sterke band.

Een hond leert eerst alle toestellen kennen. Denk hierbij aan over obstakels klauteren, tussen de paaltjes door rennen of door tunnels kruipen. Wanneer een hond de basis van de sport kent, volgen de gevorderde cursussen. De volgorde van de toestellen wijzigt en de technieken moeten verfijnd worden.

Ieder hindernissenparcours is weer net een beetje anders. Wanneer een eigenaar met regelmaat traint met zijn of haar hond dan stijgt het niveau. Hiermee neemt de moeilijkheidsgraad van de parcoursen ook toe. De bedoeling is dat een hond de voorgeschreven route zo perfect mogelijk uitvoert in een zo kort mogelijke tijd. Er mogen bij de uitvoering geen fouten gemaakt worden. Wat het extra moeilijk maakt is dat de eigenaar alleen mag werken met gesproken aanwijzingen en lichaamssignalen

Er zijn ook speciale agility wedstrijden. Deze wedstrijden vinden met name plaats in de maanden april tot en met september. Vooraf aan de competitie mogen de hondeneigenaren het parcours verkennen. Tijdens dit verkenningsrondje krijgen de eigenaren de mogelijkheid om een strategie te bedenken om hun hond zo snel en zo perfect mogelijk de route te laten lopen / te laten rennen.

Agility komt oorspronkelijk bij de paardensport vandaan. Deze sport staat ook wel bekend onder de noemer horse agility. Paarden moeten ook hindernissen lopen. Echter gaat het bij deze sport meer over in de hoogte of in de breedte springen.

Agility voor honden ontstond pas echt in 1978. In Londen was het Cruft’s dog show. Er moest een programma opgezet worden tijdens de pauzes. De medewerker John Varnely had deze taak. Hij had het idee om met honden iets soortgelijk te doen als met de behendigheidssport van paarden.

Toen het idee in de praktijk gerealiseerd werd, groeide de populariteit van agility vrij snel. Twee jaar later werden er allerlei wedstrijdvormen en regels voor gemaakt. Vandaag de dag is behendigheidssport voor honden een ideale vrijetijdsbesteding voor honden en hun baasjes.

Bij agility moet een hond een parcours doen van zo’n 15 tot 22 hindernissen. Deze hindernissen dienen foutloos uitgevoerd te worden in een juiste volgorde. Voor de hindernissen kan gebruik worden gemaakt van verschillende toestellen. Een complete lijst van hindernissentoestellen ziet er als volgt uit:

Tunnels

Een hond moet geen moment twijfelen en meteen de tunnel ingaan. Een kop of poot terugtrekken is een fout. Je huisdier moet meteen doorrennen naar de uitgang.

Schutting

Een hond moet over de schutting lopen en ervan afdalen. Indien een hond vooraf aan het dalende gedeelte van het toestel springt, dan is dat een fout.

Kattenloop

Bij de kattenloop moet een hond de plank op en af lopen. Het is belangrijk dat een hond in ieder geval het dalende gedeelte heeft aangeraakt. Springt de hond eerder van het toestel af, dan wordt dat afgedaan als een fout.

Wip

Een hond moet over de wip lopen, voorbij het scharnierpunt. Springt de hond voor het scharnierpunt van de wip af, dan telt dat als een fout.

Tafel

Een rustpunt in het parcous, hier moet de hond gedurende 5 seconden op blijven, ongeacht de houding die hij aanneemt. Sprint de hond er ervoor af, is dit een fout.

Vertesprong

Een reeks obstakels die van laag naar hoog gerangschikt staan en waar de hond over moet springen zonder ze te raken

Slalom

Een reeks paaltjes waartussen de hond moet slalommen.Mist de hond er eentje dan is dit een fout.

Sprongen

Hindenis waar de hond over moet springen.Valt de ligger eraf, dan is dit een fout.Weigert de hond, is dit ook een fout

Bandensprong

Een band gespannen in een frame waar de hond moet doorspringen.

Voor de sportieve mensen is behendigheid een fantastische invulling van de vrije tijd. Behendigheid is ook leuk en leerzaam voor iedere hondeneigenaar die goed wilt leren samenwerken met zijn of haar hond.

Alleen om behendigheidssport te kunnen doen is er een goede verstandshouding noodzakelijk. Wanneer de relatie tussen een eigenaar en een hond slecht is, dan wordt er met de trainingen niet zoveel bereikt. Bovendien moet een hond een hele goede conditie hebben en erg snel zijn. Een hond moet korte krachtexplosies uit kunnen voeren tot maximaal 60 seconden waarbij een afstand van 100 tot 200 meter afgelegd moet worden.

Gelukkig is agility voor de meeste honden geschikt, alleen helaas niet voor alle honden. Vaak zijn de grote honden hier minder geschikt voor. Denk bijvoorbeeld aan de Wolfshond en de Sint-Bernard. Ook voor honden met korte poten is deze sport minder geschikt. Honden moeten hoog kunnen springen, en dat is lastig voor grote honden of honden met korte poten.

Er wordt bij behendigheid een onderscheid gemaakt tussen vier soorten honden. De grote honden hebben een schofthoogte van 43 centimeter of meer. De medium honden hebben een schofthoogte tussen de 35 centimeter en de 43 centimeter. De kleine honden hebben een schofthoogte tot 35 centimeter. Dan zijn er ook nog de veteranen. Dit zijn de oude honden, en zijn vaak ouder dan 7 jaar.