Er is gedebatteerd waar de Löwchen vandaan komen, met antwoorden variërend van Europese landen als Duitsland, Spanje of Rusland. Velen zijn het erover eens dat Frankrijk het land van oorsprong van het ras is, hoewel het woord Löwchen Duits is voor 'kleine leeuw'. Het ras wordt verondersteld te zijn ontstaan in de 15e eeuw, waar het de voorkeur had als metgezel door de adel. Dames van het hof verzorgden de Löwchen vaak zodat het op een kleine leeuw leek en het ras zijn naam gaf. Er wordt vaak naar het ras verwezen in woorden en afbeeldingen uit die tijd, en zelfs in Goya-schilderijen uit de 16e eeuw. Vooral de Franse edelen hielden van deze hond en droegen ze vaak voor de rechtbank. In tijden van oorlog lieten mensen de honden vaak los om voor zichzelf te zorgen, waardoor de Löwchen zeldzame honden werden. Een Belgische dame bewonderde het ras zo, dat ze er zo veel mogelijk verzamelde en hun aantal nieuw leven inblies. De Löwchen is hoogstwaarschijnlijk verwant aan de bichon-rassen, maar ze kunnen ook zijn gefokt uit Maltese, Havanezer of Bolognese honden. Het aantal Löwchen-aantallen nam opnieuw af in de jaren zestig, toen het Guinness Book of World Records hen de titel van "Rarest Breed" gaf. Twee fokkers begonnen het ras in Groot-Brittannië nieuw leven in te blazen en importeerden daarbij verschillende verwante honden. Langzaam namen de cijfers weer toe en in 1995 werd het Löwchen-ras geregistreerd bij de AKC onder de diverse klasse. In 1999 werd het ras overgebracht naar de niet-sportieve klasse.